VARKENSLOKET

Verrijkingsmateriaal onder de loep

Een stimulerende omgeving voor elk varken

Auteurs: Sarah De Smet (Varkensloket) en Suzy Van Gansbeke (Departement Landbouw en Visserij)

Sinds september 2018 zijn er in Vlaanderen strengere eisen voor het verrijkingsmateriaal voor varkens. Verrijkingsmateriaal wordt aanzien als een belangrijk hulpmiddel om frustratie, verveling en bijtgedrag te reduceren. Regelmatig ontvangt het Varkensloket vragen van varkenshouders en adviseurs over welke verrijkingsmaterialen al dan niet voldoen aan de huidige eisen en hoe men het materiaal best ter beschikking kan stellen. De volgende maanden zetten we daarom enkele concrete voorbeelden visueel op een rij. In dit inleidend artikel gaan we dieper in op de eigenschappen en baten van goed verrijkingsmateriaal, de aanbiedingswijze en de beoordeling ervan. 

Heb je een mooie foto van verrijkingsmateriaal? Of leg je het materiaal ter beoordeling graag eens aan ons voor? Bezorg ons deze met een korte beschrijving via info@varkensloket.be

Wel degelijk winst te halen uit verrijkingsmateriaal 

Varkens zijn van nature nieuwsgierige dieren. Zij gaan graag in interactie met hun omgeving door te snuffelen, te ruiken, te bijten en te wroeten. Als niet aan deze exploratiebehoefte wordt voldaan, kan ongewenst gedrag gericht op soortgenoten zoals (staart)bijtgedrag ontstaan. Hoewel de eigenlijke oorzaak van (staart)bijtgedrag multifactorieel is en vaak moeilijk is vast te stellen, hebben verveling en een monotone omgeving een belangrijk aandeel hierin. De Europese Commissie ziet verrijkingsmateriaal dan ook als een belangrijk instrument om ongewenst gedrag te reduceren en het couperen van staarten in de toekomst achterwege te laten. 

Verrijkingsmateriaal heeft bovendien veel meer voordelen dan het voorkomen van bepaalde ongewenste gedragingen.  Zo blijken varkens die opgroeien in een verrijkte omgeving minder vatbaar voor ziektes (zoals PRRS en App) en recupereren ze sneller als ze besmet raken. Verder biedt hokverrijking ook opportuniteiten om de voederopname na spenen te verbeteren, zeugen vlotter te laten werpen, het mestgedrag te sturen, de varkens makkelijker van dichterbij te bekijken en te hanteren. Tot slot kan hokverrijking ook een hulpmiddel zijn om vroegtijdig varkens op te sporen die zich onprettig voelen. Varkens hebben nl. tijdens stresssituaties meer behoefte aan verkenning, kauwen en interactie. Dit kan dan zichtbaar zijn door een (plots) toegenomen gebruik van het verrijkingsmateriaal. Bovenstaande voordelen zijn evenwel niet altijd eenvoudig aantoon- of meetbaar.

Als je bij de keuze van het type hokverrijking rekening houdt met de  efficiëntie en de effectiviteit kan je bovendien de kosten die de extra arbeid met zich meebrengt tot een minimum beperken. Informeer je daarom goed alvorens je beslist welk materiaal je zal gebruiken. Hou rekening met de tijd die nodig is om het materiaal te geven, aan te vullen, te vervangen en de materiaalkost die hierbij komt kijken. Aspecten om in het achterhoofd te houden zijn ook hoe snel de materialen vervuild geraken, het onderhoud en de levensduur van materialen, de aankoop en de risico’s die er aan vasthangen (bv. verstoppen van de mestput). 

Eigenschappen van goed verrijkingsmateriaal

Sowieso moeten alle varkens van alle leeftijdsgroepen permanent beschikken over voldoende materiaal om te onderzoeken en mee te spelen. Goed verrijkingsmateriaal voldoet allereerst aan de behoefte van het varken om o.a. te eten (eetbaar), te bijten (kauwbaar) en te onderzoeken (onderzoekbaar/vervormbaar). Daarnaast is verrijkingsmateriaal veilig, schoon, makkelijk bereikbaar, voldoende beschikbaar, en wordt het regelmatig vernieuwd en afgewisseld. 
Ideaal materiaal voldoet aan de 9 criteria voor verrijking (figuur 1): 

  • Veilig: het materiaal houdt geen gevaar in voor dier- en volksgezondheid
  • Eetbaar: het materiaal kan opgegeten worden, heeft een smaak of geur en bij voorkeur enige voedingswaarde (bv. luzerne of hooi). Voeder zelf wordt niet als verrijking beschouwd
  • Kauwbaar: de varkens kunnen op het materiaal kauwen of erin bijten (bv. vers hout of natuurtouw)
  • Onderzoekbaar = wroetbaar: het materiaal kan verplaatst worden of de varkens kunnen er in wroeten of scharrelen
  • Vervormbaar = manipuleerbaar = afbreekbaar: de varkens kunnen het materiaal vervormen, verplaatsen en/of van structuur veranderen
  • Interessant = vaak vernieuwd: het materiaal wordt regelmatig (min. wekelijks) vervangen, ververst en/of aangevuld
  • Bereikbaar: het materiaal hangt hoogstens op snuithoogte
  • Beschikbaar: meerdere varkens kunnen er gelijktijdig gebruik van maken
  • Hygiënisch = schoon: het materiaal is niet overmatig bevuild met mest of andere bevuiling
verrijking

Figuur 1. Negen criteria waaraan ideaal verrijkingsmateriaal moet voldoen

Als een verrijkingsmateriaal aan al deze voorwaarden voldoet, is de kans groot dat het op zichzelf volstaat mits de evaluatiemethode (zie verder in het artikel) gunstig is. Maar er zijn veel verrijkingsmaterialen die hier niet op zichzelf aan voldoen. Dan kan het nodig zijn om deze aan te vullen met andere afleidingsmaterialen. Verschillende combinaties zijn dan mogelijk.

Welk materiaal is al dan niet ok? 

In Vlaanderen wordt er een onderscheid gemaakt tussen 3 categorieën: (1) verrijkingsmaterialen die als enige verrijking voldoen aan de huidige eisen, (2) verrijkingsmaterialen die toegelaten zijn, maar moeten aangevuld/gecombineerd worden met verrijkingsmateriaal uit de eerste categorie en (3) materialen die niet mogen worden gebruikt. 

Voorbeelden uit de eerste categorie zijn stro, zaagsel, ruwvoeder, jute, natuurtouw, vers ongebruikt en ongedroogd hout en een ketting met vers ongebruikt en ongedroogd hout, ketting met zacht vervormbaar (bijt)rubber, ketting met tuinslang, ketting met zachte darm, uit flexibel rubber of flexibele kunststof bestaande speeltjes.

Momenteel zijn enkele minimale invullingen zoals een ketting en harde kunststof voorwerpen (categorie 2) op zichzelf niet meer voldoende als enige verrijkingsmateriaal omdat ze weinig of geen verrijking bieden aan de varkens. Deze materialen moeten worden gecombineerd met andere meer geschikte verrijkingsmaterialen uit de eerste categorie. 

Het gebruik van categorie 3-materialen is niet toegelaten. Zo is het gebruik van autobanden als verrijkingsmateriaal verboden wegens het risico op verwondingen bij de varkens en het gevaar voor de voedselveiligheid. Synthetisch touw dat wordt doorgeslikt kan verstoppingen geven in de darmen. Let ook op voor materiaal dat chemisch (bv. met sporen van verf of van inkt) of biologisch (geef bv. nooit gedroogde varkensoren/hondensnacks aan varkens) vervuild kan zijn. Oud, gedroogd of eerder gebruikt hout is onveilig omwille van de splinters en kans op aanwezigheid van andere scherpe objecten zoals nagels. Geef ook geen hout of snoeisel van giftige planten (bv. taxus, buxus, rododendron, gouden regen). Gebruik geen karton waarin nietjes aanwezig kunnen zijn. Zeer droog zaagsel kan stoffig en irriterend zijn voor de luchtwegen. Let op: stro van slechte kwaliteit, onbehandelde turf of compost van champignons kunnen ook ziekteverwekkers bevatten en nefast zijn voor de gezondheid van de varkens.

Om de mate van interesse voor of het effect van het verrijkingsmateriaal te evalueren moet elke varkenshouder minstens driemaandelijks een ingevulde beoordeling (op papier of digitaal) kunnen voorleggen aan de inspectiedienst. Telkens in minstens 5 hokken, waarvan minstens 2 met vleesvarkens en minstens 1 met biggen. Momenteel zijn er vier methodes beschikbaar. Je kan naar vrijheid methodes combineren en afwisselen. Uitleg over de te gebruiken beoordelingsmethodes en de interpretatie ervan vind je hier terug. De in te vullen bestanden zijn hier beschikbaar.

Als uit de beoordeling blijkt dat het verrijkingsmateriaal, zelfs uit de eerste categorie, onvoldoende wordt gebruikt of bepaalde diergebonden indicatoren (bv. lichaamsbeschadigingen en ademhalingsproblemen) teveel afwijken, moet ander verrijkingsmateriaal, meer verrijkingsmateriaal (bv. grotere hoeveelheid of vaker verstrekt) of een combinatie van meerdere verrijkingsmaterialen worden voorzien.

Hoeveel materiaal is voldoende? 

Verrijkingsmateriaal moet goed bereikbaar (bv. niet gemonteerd naast de drinknippel of de voederbak) en in voldoende hoeveelheden beschikbaar zijn voor alle varkens zodat het zelf geen oorzaak is van agressie. Maar wat is genoeg? 

Alle varkens uit een groep moeten toegang hebben tot het materiaal zodat er geen onderlinge competitie tussen de varkens ontstaat. Varkens spelen, wroeten en onderzoeken namelijk graag op dezelfde piekuren (’s ochtends en in de namiddag), waardoor ze nood hebben aan materiaal dat voor meerdere dieren tegelijkertijd beschikbaar is.

Het is onmogelijk om concrete te voorziene hoeveelheden voorop te stellen van een bepaald verrijkingsmateriaal voor een groep dieren. Dit hangt sterk af van de situatie. Varkens hebben altijd de behoefte om de omgeving te verkennen, te kauwen en te interageren. Bij suboptimale factoren in de omgeving (lees: te hoge hokbezetting en suboptimale luchtkwaliteit, gezondheid en voederstrategie) en stresssituaties (bv. spenen) neemt deze behoefte zelfs nog toe. Hoe meer factoren ongunstig scoren, hoe groter het ongenoegen en dus hoe groter de behoefte aan hokverrijking. Optimaliseer eerst de suboptimale omgevingsfactoren en probeer meer (en nieuwe) hokverrijking te voorzien. Hoeveel materiaal effectief genoeg is, wordt best beoordeeld via de mate van het gebruik van het materiaal en het kijken naar de dieren. Evalueer daarom de materialen op een ernstige manier!

Tips en trucs: graag nieuw, verrassend en complex verrijkingsmateriaal

  • Hang niet-los materiaal bij voorkeur op met een ketting, knoop het vast of bevestig het in of aan een houder die aan de wand of de box is gemonteerd. Ook kunnen opgehangen materialen wat slingeren, wat weer aandacht van de varkens oplevert. Door materiaal op te hangen, wordt het ook minder snel vuil. Mest, urine, schimmels en stof kunnen ziektes overbrengen en zorgen er bovendien voor dat varkens de interesse in het verrijkingsmateriaal verliezen. Reinig daarom niet opgehangen materiaal van zodra het sterk bevuild is, en reinig en/of ontsmet minstens tussen rondes.
  • Hang/monteer het verrijkingsmateriaal niet hoger dan de snuithoogte van de dieren. De anatomie van een varken zorgt er namelijk voor dat de kop niet makkelijk omhoog kan getild worden. Het materiaal dient hierbij afgestemd te zijn op de kleinste dieren in het hok zodat ook zij er toegang tot hebben. Hoe lager het materiaal bij de grond hangt, hoe toegankelijker het materiaal. 
  • Afwisseling is ook een belangrijk aspect. Door het afleidingsmateriaal regelmatig te vervangen, aan te vullen of van plaats te veranderen, blijft het interessant voor het varken. Bij voorkeur worden meerdere materialen verstrekt om zo voldoende variatie aan te bieden. Het is ook aan te raden om het materiaal wekelijks te veranderen. Wanneer varkens terug aan het hokmateriaal of aan elkaar beginnen te kauwen, is het verrijkingsmateriaal voor hen niet meer interessant.

Een verhelderende video en bijkomende info vind je hier.  

Heb je zelf een mooie foto van verrijkingsmateriaal? Of wil je het gewoon graag aan ons voorleggen? Bezorg ons deze met een korte beschrijving via info@varkensloket.be

varkensloket