VARKENSLOKET

header

Tekst: Lotte De Prekel – Eenheid Varkensgezondheidszorg – Vakgroep Interne geneeskunde, Voortplanting en Populatiegeneeskunde – Faculteit Diergeneeskunde – Universiteit Gent, ILVO-Coolpigs

Inleiding

Hittestress bij varkens kan aanzienlijke welzijns- en economische problemen veroorzaken. Vooral hoogproductieve dieren, zoals drachtige en lacterende zeugen en zwaardere vleesvarkens, zijn het meest gevoelig voor de negatieve effecten van hittestress. Dit komt voornamelijk doordat er sprake is van veel interne warmteproductie. Sommige technische maatregelen om hittestress in kraamstallen te verminderen zijn kostbaar of alleen toepasbaar bij nieuwbouwstallen. Echter, ook in oudere kraamstallen zijn kosteneffectieve maatregelen nodig om hittestress bij drachtige en lacterende zeugen te verminderen. Daarom werd er een casestudie uitgevoerd in het kader van het COOLPIGS-project*, waarin het effect van extra axiale ventilatoren in een kraamstal tijdens warme zomerdagen werd getest.

Gevolgen van hittestress bij zeugen en nakomelingen

Onder normale thermoneutrale omstandigheden daalt de lichaamstemperatuur tijdens de dracht met 0.4°C als gevolg van verschillende metabolische processen. Bij zeugen die hittestress ervaren, kan de lichaamstemperatuur echter stijgen. Als reactie op de hittestress wordt de bloedstroom weggeleid van de buik en de baarmoeder naar de huid, waarbij de bloedvaten in de huid verwijden om warmte af te geven aan de omgeving. Dit fysiologische koelmechanisme resulteert echter in verminderde bloedtoevoer naar de baarmoeder, waardoor de foetussen minder voedingsstoffen ontvangen. Dit leidt tot een lager geboortegewicht van de biggen. Bij hittestress tijdens de lactatie zien we hetzelfde fenomeen, maar dan met een verminderde bloedtoevoer naar de uier, wat de melkproductie beperkt. De energie die zeugen besteden aan verschillende mechanismen om af te koelen, gaat dus deels ten koste van de beschikbare energie voor melkproductie. Bovendien verminderen zeugen hun vrijwillige voederopname om de productie van metabole warmte tijdens de spijsvertering te beperken. Dit betekent dat ze minder energie opnemen die anders voor melkproductie zou worden gebruikt. Hierdoor moeten ze nog meer beroep doen op hun eigen lichaamsreserves. Al deze factoren leiden tot een verminderde productie van melk, zowel in kwantiteit als kwaliteit, wat op zijn beurt een aanzienlijke impact heeft op de groei van de biggen. Bovendien zijn er tal van andere gevolgen van hittestress bij zeugen, zoals een langer spenen-bronst interval, verminderde vruchtbaarheid, hyperventilatie, aanzienlijk gewichtsverlies postpartum en zelfs sterfte.

Preventie van hittestress in de kraamstal door ventilatoren

Voor deze casestudy werden 16 zeugen verdeeld in 2 groepen. De controlegroep werd gehuisvest in een kraamstal die het normale ventilatieregime volgde, de ventilatorgroep werd gehuisvest in een andere kraamstal waar twee extra axiale ventilatoren werden geïnstalleerd (Hilfog via TS Group Holland). Als de temperatuur in het compartiment boven 25°C steeg, werden de extra ventilatoren ingeschakeld, waardoor een hogere luchtsnelheid in het hele compartiment werd gecreëerd.

Tabel 1: Klimaat-, dier- en prestatieparameters van de zeugen en biggen in het controle- en ventilatorcompartiment

tabel

 

Klimaat in de stal

Tijdens de studie werden drie sensoren per compartiment geïnstalleerd: één op compartimentniveau (in de buurt van de sensor van de klimaatcomputer), één op zeugniveau (direct boven de rug van de zeug) en één op bigniveau (nabij het nest van de biggen). Op deze manier werden de temperatuur en relatieve vochtigheid elke tien minuten gemeten. Met behulp van deze gegevens kon de Temperatuur Humidity Index (THI) worden berekend. De THI is een maatstaf om hittestress bij varkens te beoordelen. Wanneer de THI hoger is dan 75, moet je waakzaam zijn voor de effecten van hittestress. Bij een THI van 80 is er duidelijk sprake van gevaar, en wanneer de THI hoger is dan 84, kunnen de gevolgen groot zijn, met mogelijke sterfte tot gevolg.

De kraamstalperiode is een complexe fase met betrekking tot klimaatbeheer. Zeugen, die zich het meest comfortabel voelen binnen een thermoneutrale zone van 18-22°C, verkiezen in de zomer graag een koelere omgeving om te rusten. Aan de andere kant geven pasgeboren biggen, die een thermoneutrale zone hebben van 30-35°C, de voorkeur aan een warm biggennest. Op compartimentniveau daalde de temperatuur in het ventilatorcompartiment met 2°C t.o.v. het controlecompartiment. Bovendien kon de THI met 1.7 verminderd worden door extra ventilatie (tabel 1). Dit verschil was ook merkbaar op het niveau van de zeugen, waar het effect van de ventilatoren nog duidelijker was (figuur 1). Op het niveau van de biggen is het van essentieel belang dat de minimumtemperatuur niet te laag wordt wanneer ventilatoren worden gebruikt. In het compartiment met ventilatoren was dit niet het geval, met een minimumtemperatuur van 25.6°C, wat zelfs gunstiger was dan in het compartiment zonder ventilatoren (23.6°C).

 

THI

Figuur 1: THI op zeugniveau in ventilatorgroep (blauw) en in controlegroep (rood) gedurende de volledige kraamstalperiode

Dierparameters

Naast het creëren van een beter klimaat is het ook van belang om ervoor te zorgen dat de gevoelstemperatuur voor de zeugen comfortabeler wordt, wat essentieel is voor hun welzijn. Het welzijn van de zeugen werd daarom geobserveerd aan de hand van twee dierparameters, ademhalingsfrequentie en rectale temperatuur, gedurende zes warme dagen.

Hoe zwaarder de hittebelasting, hoe sneller varkens zullen hijgen aangezien ze hoofdzakelijk afhankelijk zijn van afkoeling via de ademhaling. Door het gebruik van extra ventilatoren kon de ademhalingsfrequentie met 25% worden verminderd (61 vs. 81 ademhalingen/minuut). Dit effect was ook zichtbaar bij de rectale temperatuur, waarbij zeugen in de ventilatorgroep hun rectale temperatuur met 0.2°C konden verlagen (39.0 vs. 39.2°C). Hoewel dit verschil op het eerste zicht niet relevant lijkt, is het belangrijk te weten dat tijdens een hittegolf in België de rectale temperatuur van varkens gemiddeld met 0.15-0.30°C stijgt, waardoor dit verschil van groot belang is. Het aantal zeugen dat minstens één keer een verhoogde temperatuur van 40°C of meer had, kon ook met 50% worden verminderd (3 vs. 6 zeugen). Hieruit kunnen we concluderen dat het algemene welzijn van de zeugen effectief kon worden verbeterd door de luchtsnelheid te verhogen.

Prestaties

Door een lagere melkgift bij zeugen die hittestress ervaren, kan de groei van hun biggen tijdens de kraamstalperiode verminderen. Daarom werden alle biggen in deze studie bij geboorte en spenen gewogen. Aan de hand van deze gegevens werd de dagelijkse groei berekend.

Biggen in de ventilatorgroep vertoonden een betere dagelijkse groei (201 vs. 220 g/dag). Bovendien wogen ze bij het spenen gemiddeld 500 gram meer dan de biggen uit de controlegroep. Deze verbeterde groei van de biggen uit de ventilatorgroep kan mogelijks worden toegeschreven aan een betere of kwaliteitsvollere melkgift van de zeug. Aangezien het klimaat in het compartiment met ventilatoren gunstiger was en de dierparameters aangaven dat de zeugen minder last hadden van hittestress, kon er meer energie worden besteed aan de productie van melk, wat op zijn beurt resulteerde in betere prestaties bij de biggen. Mogelijks bleven deze biggen ook beter eten van het creepfeed.

Besluit

Het verhogen van de luchtsnelheid met behulp van axiale ventilatoren in de kraamstal kan dienen als een preventieve maatregel tegen hittestress bij lacterende zeugen. Bovendien is deze techniek ook toepasbaar in de dekstal, drachtstal en vleesvarkensstal. Voor optimaal effect en advies over de plaatsing van ventilatoren is het raadzaam om een klimaatspecialist te raadplegen.

 

zeug_ventilator

Figuur 2: Ventilatoren in de kraamstal ter preventie van hittestress bij lacterende zeugen (met dank aan TS Group Holland en Hittestress.nl)

 

*Eind 2020 werd het project ‘COOLPIGS’ gelanceerd, een samenwerking tussen de eenheid varkensgezondheidszorg van de Faculteit Diergeneeskunde en ILVO. Het project loopt 4 jaar met als doel een hitteplan voor de transporten en bedrijven in de Vlaamse Varkenshouderij te ontwikkelen, waaronder ook maatregelen op basis van genetica worden uitgetest. De meest recente resultaten kan je terugvinden op de site van Coolpigs via Varkensloket.

CoolPigs