VARKENSLOKET

header

Tekst: Lotte De Prekel – Eenheid Varkensgezondheidszorg – Vakgroep Interne geneeskunde, Voortplanting en Populatiegeneeskunde – Faculteit Diergeneeskunde – Universiteit Gent, ILVO-Coolpigs

Samenvatting

Een lagere hokbezettingsgraad bij vleesvakrens kan enkele voordelige effecten hebben op verschillende prestatieparamaters en dierwelzijnsniveau. De nadelige hittestress-effecten zouden ook verbeterd kunnen worden wanneer de hokdensiteit verlaagd wordt. Varkens kunnen dan meer verspreid liggen en direct contact met andere varkens vermijden. Tijdens een proef in kader van het Coolpigs-project* werden drie verschillende hokbezettingen uitgetest tijdens een kunstmatige hittegolf. Hierbij werd er een postief effect op de groeiprestaties gevonden bij een lagere hokbezetting van 1,3m²/varken. De hittestress-effecten konden niet verminderd worden met een lagere hokbezetting in vergelijking met een hokdensiteit van 0.8m²/varken. Het is mogelijk dat dieren die gehuisvest zitten onder een nog hogere hokbezetting bij een natuurlijke hittegolf, wel meer hittestress ondervinden, maar dat werd (nog) niet uitgetest.

Inleiding

De minimale vloeroppervlakte voor de huisvesting van vleesvarkens tussen 85 en 110 kg bedraagt 0,65m²/varken. Vanaf 110 kg is dit minstens 1m²/varken. Op de meeste bedrijven worden varkens bij een bezettingsdichtheid van 0,65-0,85m² gehouden, zonder aanpassing van de toegestane ruimte naargelang het gewicht, maar met uittoppen van de varkens op slachtgewicht. Vele studies hebben reeds positieve resultaten aangetoond van een lagere bezettingsgraad bij vleesvarkens onder normale klimaatomstandigheden: een toename van de dagelijkse voederopname, dagelijkse groei en voederconversie, een vermindering van risico’s op ademhalingsaandoeningen en andere ziekten zoals PPRS en PPE, een lager cortisolniveau in het bloed (wat indicatie geeft van minder stress) en een vermindering in agressie aan de voederbak. Bij een hogere hokbezettingsgraad is er vaak ook een toename in bevuilingsgraad van het hok en de varkens zelf. Door plaatsgebrek gebruiken ze de voorziene rustplaats niet om te gaan liggen en rusten, maar om te mesten. Hierdoor zal ook de ammoniakuitstoot toenemen, evenals het risico op infecties. We zien deze verandering in liggedrag en bevuilingsgraad ook bij hittestress. Varkens verkiezen dan de koelere roostervloer boven een volle vloer, waardoor hun mestgedrag en de bevuilingsgraad op de volle vloer toeneemt. Daarnaast willen ze meer verspreid liggen en contact met andere hokgenoten vermijden, wat niet mogelijk is wanneer de hokbezettingsgraad te hoog is. Aangezien hittestress een opkomend probleem is in de varkenshouderij, is het interessant om te onderzoeken of de effecten van hittestress bij varkens milder zijn bij het verlagen van de bezettingsdichtheid.

Hokbezettingsproef

In het kader van het Coolpigs-project* worden verschillende hittestress-reducerende maatregelen onderzocht. In deze proef werd het effect van hittestress beoordeeld bij drie verschillende bezettingsgraden: 1,3 m²/varken (4 varkens/hok), opzet op 1 m²/varken (5 varkens/hok) en 0,8 m²/varken (6 varkens/hok).

Op 21 weken leeftijd, wanneer de vleesvarkens zwaarder en dus ook gevoeliger waren voor hittestress, werd met behulp van een hittekanon een kunstmatige hittegolf van 7 dagen geïnduceerd, met een streeftemperatuur in de stal van 30 °C en een relatieve vochtigheid van 40-50%. Voor, tijdens en na de kunstmatige hittegolf werden telkens op 4 dagen de rectale temperatuur en de ademhalingsfrequentie van de varkens geëvalueerd. Daarnaast werden dagelijkse voederopname en groei de week voor, tijdens, en de twee weken na de hittegolf geanalyseerd. Aan de hand van deze parameters werd nagegaan hoe de dieren met hittestress omgingen wanneer ze gehuisvest werden bij verschillende hokdensiteit.

Effecten van hittestress

De kunstmatige hittegolf resulteerde in duidelijke effecten op alle gemeten parameters, ongeacht de verschillende bezettingsgraden. De ademhalingsfrequentie steeg met 20 ademhalingen per minuut, de rectale temperatuur nam gemiddeld toe met 0,1°C, de dagelijkse voederopname daalde met 15% en de dagelijkse groei verminderde met 19%. Een hogere ademhalingsfrequentie (figuur 1) is steeds de eerste fysiologische aanpassing bij varkens wanneer de temperatuur stijgt. Dit komt omdat varkens voornamelijk afhankelijk zijn van afkoeling via de ademhaling. Andere afkoelingsmechanismen zoals zweten kunnen ze niet of amper gebruiken door het gebrek aan zweetklieren en door de dikke onderhuidse vetlaag. Ook de daling van de dagelijkse voederopname is een bekend fenomeen: varkens gaan minder eten tijdens hoge temperaturen om hun interne warmteproductie (dat stijgt wanneer de vertering op gang komt) te verminderen.

Effecten van hokbezetting

Statistisch zagen we geen verschil in ademhalingsfrequentie en rectale temperatuur tussen de drie verschillende hokbezettingen, zowel niet bij de kunstmatige hittegolf als de periodes ervoor of erachter. De extra beschikbare ruimte gaf dus geen verbetering in de fysiologische parameters. Nochtans gaf dit aan de varkens wel de mogelijkheid om contact met hokgenoten te vermijden en het oppervlak met de koelere vloer en dus ook hun warmteverliezen via straling en geleiding te vergroten. De uitgeteste dichtste bezettingsgraad van 0.8m²/varkens, kan de varkens misschien nog steeds in staat gesteld hebben om de nadelige hittestress effecten gelijkaardig op te vangen als de ruimer gehuisveste varkens, waardoor er gaan statistisch effect te zien was. In praktijkomstandigheden, met een maximale hokbezetting van 0.65m²/dier en onder natuurlijk hittestress kan het effect van hokbezetting mogelijk meer doorwegen, omdat er minder hokoppervlakte beschikbaar is en er nog meer warmte geproduceerd wordt door de dieren.

De dagelijkse voederopname was niet verschillend tussen de drie groepen. Wat wel heel opmerkelijk was, is dat de dagelijkse groei wel verschilde: de varkens gehuisvest bij 1,3m²/varken hadden een stijging in dagelijkse groei van maar liefst 9%, wat overeenkomt met ongeveer 75g/dag (figuur 2). Wanneer we een stijging vinden in de dagelijkse groei, is dit dikwijls terug te koppelen aan een verhoogde voederopname, maar in dit geval was de voederopname tussen de drie verschillende groepen niet veranderd. Dit is in lijn met andere studies die aangeven dat varkens die meer ruimte krijgen minder stress ondervinden en dus ook beter groeien.

Figuur1

Figuur 1: Ademhalingsfrequentie van de drie hokbezettingen over de hele proefperiode (metingen 5, 6, 7 en 8 werden tijdens de kunstmatige hittegolf opgemeten)

 

Figuur2

Figuur 2: Dagelijkse groei in dezelfde periode van de drie hokbezettingen: 1,3m²/dier; 1,0m²/dier en 0,8m²/dier.

*Eind 2020 werd het project ‘COOLPIGS’ gelanceerd, een samenwerking tussen de eenheid varkensgezondheidszorg van de Faculteit Diergeneeskunde en ILVO. Het project loopt 4 jaar met als doel een hitteplan voor de transporten en bedrijven in de Vlaamse Varkenshouderij te ontwikkelen, waaronder ook maatregelen op basis van genetica worden uitgetest. De meest recente resultaten kan je terugvinden op de site van Coolpigs via Varkensloket.

CoolPigs