VARKENSLOKET

Header_hobbyvarkens_registratie

 

 

Registratie als hobbyvarkenshouder

Elke houder van varkens, ook al is het er maar één, moet zich laten registreren. Er wordt voor hobbyhouders een onderscheid gemaakt tussen een gezelschapsvarkensbedrijf en een vleesvarkensbedrijf. Gezelschapsvarkens zijn varkens waarmee er niet gekweekt wordt en die niet verhandeld worden. Deze varkens of producten ervan mogen niet in de voedselketen terecht komen. Ze mogen ook niet voor eigen verbruik bestemd zijn. Een vleesvarkensbedrijf (met een capaciteit van maximum 3 vleesvarkens) houdt in dat u biggen of vleesvarkens zal houden die worden geslacht en waarvan het vlees geconsumeerd mag worden door u en uw gezinsleden.

Er zijn verschillende wettelijke verplichtingen waar aan voldaan moet worden:

  • Registratie in de Saniteldatabank: Deze registratie gebeurt aan de hand van een registratieformulier bij Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ). In de toelichting vindt u meer informatie over hoe u het registratieformulier moet invullen.
  • Bijhouden van een bedrijfsregister*: Er moet een bedrijfsregister bijgehouden worden waarop aan- en afgevoerde varkens moeten aangevuld worden.
  • Aanstellen van een bedrijfsdierenarts: Elke varkenshouder moet een bedrijfsdierenarts aanstellen. Hiervoor moet een contract geregistreerd worden bij  het FAVV. De dierenarts bezoekt het bedrijf om de vier maanden en zorgt voor de opmaak en registratie van een bezoekrapport.
  • Betalen van een jaarlijkse bijdrage: Afhankelijk van het aantal dieren dat je houdt, zal je een jaarlijkse bijdrage moeten betalen aan enkele instanties.
  • Identificatie van varkens d.m.v. een oormerk: Varkens die aangekocht worden moeten voorzien zijn van een oormerk van het bedrijf van herkomst. Ook varkens die het bedrijf verlaten moeten geoormerkt worden. Dit keer met een oormerk van jouw eigen beslag. Beslagoormerken moeten besteld worden via het Veeportaal van DGZ.
  • Opmaken van een verplaatsingsdocument*: Bij verplaatsing van varkens wordt er standaard een verplaatsingsdocument opgemaakt en geregistreerd. Deze verplichting geldt niet als varkens vervoert worden naar een diergeneeskundige praktijk of een wedstrijd/prijskamp en ook niet wanneer het varken verkocht wordt aan een persoon zonder beslagnummer die de dieren particulier laten slachten.
  • Bloedname Aujeszky: Als u meer dan 3 gezelschapsvarkens houdt, moet u bloedname voor Aujeszky laten uitvoeren.

* Deze bepalingen zijn niet van toepassing voor gezelschapsvarkensbedrijven.

Algemene vereisten die gelden voor bedrijven met drie of minder varkens

Bedrijfsgegevens, infrastructuur en management:

  • Bij het opvullen van een compartiment van het bedrijf met vleesvarkens van een ander bedrijf, mag de tijd tussen de aanvoer van het eerste en de aanvoer van het laatste varken van dat compartiment niet meer dan 8 dagen bedragen.
  • De veehouder die varkens in zijn bedrijf heeft aangevoerd, mag tijdens de 4 weken na die aanvoer alleen slachtvarkens afvoeren. Uitzondering: indien de aangevoerde varkens 4 weken in quarantaine worden geplaatst.
  • Indien de varkens toegang hebben tot buitenbeloop moet er een dubbele afsluiting of een uit hard materiaal opgetrokken afscheiding aanwezig zijn zodat het contact tussen de varkens van het bedrijf en wilde varkens wordt vermeden.
  • Elk contact tussen varkens van een bedrijf en wilde varkens moet worden vermeden. Bedrijven met varkens die toegang hebben tot buitenbeloop zijn reeds wettelijk verplicht rond de buitenbeloop hetzij een dubbele afsluiting hetzij een uit hard materiaal opgetrokken afscheiding te hebben, zodanig geconstrueerd dat direct contact tussen varkens en wilde varkens onmogelijk is. Afscheidingen die passen binnen de aanbevolen eisen voldoen aan één van de volgende voorwaarden:  
    • Afrastering, ingegraven tot een diepte van minimaal twintig centimeter, met minimaal volgende kenmerken: een hoogte van één meter zestig, een maximale maaswijdte van vijf centimeter en een draaddikte van twee millimeter;
    • Elektrische afrastering van minimaal drie draden op regelmatige afstand of met maaswijdte van maximaal tien centimeter en met een minimale hoogte van 0,6 meter. Daarbij moet de vegetatie onder de draden kort gehouden worden;
    • Afrastering die minstens dezelfde mate van bescherming biedt als voorgaande.  
  • Het gebruikte materiaal en de gebruikte voedermiddelen moeten beveiligd zijn tegen elk contact met wilde varkens.
  • Materiaal, voeder, machines en apparatuur dat met het virus van Afrikaanse varkenspest verontreinigd zou kunnen zijn, mag niet op een varkensbeslag worden binnengebracht.
  • Er mogen geen wilde varkens (levend of dood of delen van een karkas) in het varkensbedrijf binnengebracht worden.
  • De veehouder moet de LCE informeren indien wilde varkens binnendringen in ruimten waar varkens zijn ondergebracht.
  • De dierenarts of de houder mag geen enkele medische behandeling instellen bij een groep zieke varkens zonder eerst een erkende dierenarts te ontbieden die een diagnose stelt en monsters neemt voor onderzoek op Afrikaanse varkenspest overeenkomstig de instructies van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

Voeder, water en afval:

  • Er moet schoon water of drinkwater gebruikt worden waar nodig. Dit is water dat niet afwijkt van kleur of geur.
  • Er mag geen keukenafval aan de varkens gevoederd worden.
  • Contact met de varkens :
  • De veehouder mag niemand in contact laten komen met de varkens op zijn bedrijf tenzij dit strikt noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering.
  • De veehouder moet het contact met varkens van zijn bedrijf verbieden voor iedereen die direct contact heeft gehad met wilde varkens tijdens de voorgaande 72 uur. 
  • De veehouder garandeert dat de toegang tot zijn bedrijf verboden is voor elk voertuig, elke persoon en alle materiaal dat/die in de 72 voorgaande uren:
    • 1° in contact is geweest met uit een derde land of een risicogebied afkomstige varkens, of
    • 2° op een bedrijf of op een plaats in een derde land of in een risicogebied is geweest, waar varkens worden gehouden.

Reiniging en desinfectie :

  • Het bedrijf moet over een voorraad ontsmettingsmiddel beschikken.
  • Elke stal of compartiment moet minstens één maal per jaar geledigd, gereinigd en ontsmet worden.
  • Elk compartiment mag pas opnieuw bevolkt worden nadat het volledig is opgedroogd na de reiniging en ontsmetting.
  • De producten voor de reiniging of ontsmetting van de uitrusting en infrastructuur moeten overeenkomstig de gebruiksaanwijzing gebruikt worden

Meer informatie over de wettelijke bepalingen vind je in de omzendbrief van het FAVV, waar ook de bepalingen voor bedrijven met meer dan 3 varkens kunnen teruggevonden worden.

Risico-enquête voor varkensbedrijven

Vanaf 1 juni 2021 moet elke varkenshouder, ongeacht het aantal dieren, verplicht een risico-enquête over de insleep van aangifteplichtige varkensziekten laten uitvoeren door de bedrijfsdierenarts. Deze risico-enquête moet ingevuld worden via de module 'Bioveiligheidsaudit', die gekoppeld werd aan de FarmFit applicatie. Elk bedrijf moet deze risico-enquête jaarlijks herhalen, met een minimum van 10 maanden en een maximum van 14 maanden tussen de twee opeenvolgende enquêtes.

  • Voor bedrijven met 3 of minder vleesvarkens: de enquête bestaat enkel uit vragen omtrent wettelijke verplichtingen.
  • Voor houders van gezelschapsvarkens: de risico-enquête is niet verplicht, maar wel sterk aanbevolen.

Meer informatie over de risico-enquête vind je in de omzendbrief van het FAVV.

Wetgeving