VARKENSLOKET

Vraag

Ik zou graag een paar varkens houden als hobby.
Welke zijn de modaliteiten om dit zonder problemen te mogen/kunnen doen?

Antwoord

Registratie voor het houden van varkens

Elke houder van varkens, ook al is het er maar één, moet zich laten registreren. Deze registratie gebeurt a.d.h.v. een registratieformulier1 bij Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ)2. In de toelichting vindt u meer informatie over hoe u het registratieformulier moet invullen.

Er wordt voor hobbyhouders een onderscheid gemaakt tussen een gezelschapsvarkensbedrijf en een vleesvarkensbedrijf.

  • Een gezelschapsvarkensbedrijf (capaciteit van maximum drie gezelschapsvarkens) houdt in dat u varkens kan houden, zonder ermee te kweken of handel te drijven, die niet worden geslacht en waarvan het vlees aldus niet mag worden geconsumeerd2. Vanaf het ogenblik dat er wordt gekweekt met de varkens, wordt u aanzien als een fokbedrijf of een gemengd bedrijf.

In het geval van een gezelschapsvarkensbedrijf moet u geen bedrijfsregister bijhouden, geen verplaatsingsdocumenten invullen en het varken niet identificeren of hermerken bij aankomst in uw beslag. U sluit wel een contract af met een bedrijfsdierenarts en plaatsvervangend dierenarts. Als u meer dan drie gezelschapsvarkens houdt, moet u bloedname voor Aujeszky laten uitvoeren. 

Wanneer u een varken koopt bij een professionele varkenshouder moet dit dier voorzien zijn van een oormerk dat geplaatst is op het verkopend beslag. De persoon die instaat voor het vervoer maakt een verplaatsingsdocument op en registreert dit in de Saniteldatabank. Wanneer u een varken aankoopt bij een andere gezelschapsvarkenshouder, dient er een attest gezondheidsverklaring opgemaakt te worden. Het varken hoeft geen oormerk in te hebben en er dient geen verplaatsingsdocument te worden opgemaakt. 

Indien u een gezelschapsvarken wenst te verhandelen, dient het varken voorafgaand onderzocht te worden door een erkend dierenarts. Het varken mag pas verhandeld worden nadat deze dierenarts een attest heeft afgeleverd waarin, op basis van een klinisch onderzoek van het te verhandelen dier, verklaard wordt dat het dier klinisch gezond is en er geen tekens zijn die een besmetting met een aangifteplichtige ziekte doen vermoeden. Dit gezondheidscertificaat vergezelt het varken tijdens het transport en wordt nadien 5 jaar bijgehouden.

  • Een vleesvarkensbedrijf (capaciteit van maximum drie vleesvarkensplaatsen) houdt in dat u biggen/vleesvarkens zal houden die worden geslacht en waarvan het vlees mag worden geconsumeerd door u en uw gezinsleden2.

Bij een vleesvarkensbedrijf moet u wel een bedrijfsregister3 bijhouden en gebruik maken van verplaatsingsdocumenten bij bijvoorbeeld het transport door een vervoerder naar het slachthuis. In het bedrijfsregister houdt u chronologisch en per week (binnen de drie dagen na het einde van elke week) o.a. de aangevoerde, afgevoerde en gestorven varkens bij. Het bedrijfsregister moet alle gegevens/documenten bevatten voor een periode van minstens vijf jaren. De verplaatsingsdocumenten van aangevoerde/afgevoerde varkens worden chronologisch bij het bedrijfsregister bewaard. U sluit een contract af met een bedrijfsdierenarts. Meer informatie over de administratieve verplichtingen.

Enkele algemene vereisten die gelden voor bedrijven met drie of minder varkens3,4:

Bedrijfsgegevens, infrastructuur en management:

  • Bij het opvullen van een compartiment van het bedrijf met vleesvarkens van een ander bedrijf, mag de tijd tussen de aanvoer van het eerste en de aanvoer van het laatste varken van dat compartiment niet meer dan 8 dagen bedragen.
  • De veehouder die varkens in zijn bedrijf heeft aangevoerd, mag tijdens de 4 weken na die aanvoer alleen slachtvarkens afvoeren. Uitzondering: indien de aangevoerde varkens 4 weken in quarantaine worden geplaatst.
  • Indien de varkens toegang hebben tot buitenbeloop moet er een dubbele afsluiting of een uit hard materiaal opgetrokken afscheiding aanwezig zijn zodat het contact tussen de varkens van het bedrijf en wilde varkens wordt vermeden.
  • Elk contact tussen varkens van een bedrijf en wilde varkens moet worden vermeden4. Bedrijven met varkens die toegang hebben tot buitenbeloop zijn reeds wettelijk verplicht rond de buitenbeloop hetzij een dubbele afsluiting hetzij een uit hard materiaal opgetrokken afscheiding te hebben, zodanig geconstrueerd dat direct contact tussen varkens en wilde varkens onmogelijk is. Afscheidingen die passen binnen de aanbevolen eisen voldoen aan één van de volgende voorwaarden:  
    • Afrastering, ingegraven tot een diepte van minimaal twintig centimeter, met minimaal volgende kenmerken: een hoogte van één meter zestig, een maximale maaswijdte van vijf centimeter en een draaddikte van twee millimeter;
    • Elektrische afrastering van minimaal drie draden op regelmatige afstand of met maaswijdte van maximaal tien centimeter en met een minimale hoogte van 0,6 meter. Daarbij moet de vegetatie onder de draden kort gehouden worden;
    • Afrastering die minstens dezelfde mate van bescherming biedt als voorgaande.  
  • Het gebruikte materiaal en de gebruikte voedermiddelen moeten beveiligd zijn tegen elk contact met wilde varkens.
  • Materiaal, voeder, machines en apparatuur dat met het virus van Afrikaanse varkenspest verontreinigd zou kunnen zijn, mag niet op een varkensbeslag worden binnengebracht.
  • Er mogen geen wilde varkens (levend of dood of delen van een karkas) in het varkensbedrijf binnengebracht worden.
  • De veehouder moet de LCE informeren indien wilde varkens binnendringen in ruimten waar varkens zijn ondergebracht.
  • De dierenarts of de houder mag geen enkele medische behandeling instellen bij een groep zieke varkens zonder eerst een erkende dierenarts te ontbieden die een diagnose stelt en monsters neemt voor onderzoek op Afrikaanse varkenspest overeenkomstig de instructies van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

Voeder, water en afval:

  • Er moet schoon water of drinkwater gebruikt worden waar nodig. Dit is water dat niet afwijkt van kleur of geur.
  • Er mag geen keukenafval aan de varkens gevoederd worden.
  • Contact met de varkens :
  • De veehouder mag niemand in contact laten komen met de varkens op zijn bedrijf tenzij dit strikt noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering.
  • De veehouder moet het contact met varkens van zijn bedrijf verbieden voor iedereen die direct contact heeft gehad met wilde varkens tijdens de voorgaande 72 uur. 
  • De veehouder garandeert dat de toegang tot zijn bedrijf verboden is voor elk voertuig, elke persoon en alle materiaal dat/die in de 72 voorgaande uren:
    • 1° in contact is geweest met uit een derde land of een risicogebied afkomstige varkens, of
    • 2° op een bedrijf of op een plaats in een derde land of in een risicogebied is geweest, waar varkens worden gehouden.

Reiniging en desinfectie :

  • Het bedrijf moet over een voorraad ontsmettingsmiddel beschikken.
  • Elke stal of compartiment moet minstens één maal per jaar geledigd, gereinigd en ontsmet worden.
  • Elk compartiment mag pas opnieuw bevolkt worden nadat het volledig is opgedroogd na de reiniging en ontsmetting.
  • De producten voor de reiniging of ontsmetting van de uitrusting en infrastructuur moeten overeenkomstig de gebruiksaanwijzing gebruikt worden

Van zodra er wordt gekweekt of u wenst te kweken met de varkens, worden de dieren beschouwd als fokvarkens. Het bedrijfstype moet dan in Sanitel worden gewijzigd naar een fokbedrijf. U moet dan voldoen aan bijkomende voorwaarden betreffende identificatie, registratie en bedrijfshygiëne.

Meer info: omzendbrief met instructies FAVV

Risico-enquête voor varkensbedrijven

Vanaf 1 juni 2021 moet elke varkenshouder, ongeacht het aantal dieren, verplicht een risico-enquête over de insleep van aangifteplichtige varkensziekten laten uitvoeren door de bedrijfsdierenarts. 

Daaraan gekoppeld moet er binnen de 30 dagen na het invullen van deze enquête ook een actieplan opgesteld zijn. Het is de taak van de bedrijfsdierenarts om deze gegevens over te maken aan het FAVV. Neem dus contact op met je bedrijfsdierenarts om een risico-enquête te laten uitvoeren voor jouw bedrijf.

Elk bedrijf moet deze risico-enquête jaarlijks herhalen, met een minimum van 10 maanden en een maximum van 14 maanden tussen 2 opeenvolgende enquêtes. De risico-enquête moet ingevuld worden door de bedrijfsdierenarts via de module ‘Bioveiligheidsaudit’, die gekoppeld werd aan de FarmFit applicatie

Voor varkensbedrijven met 3 of minder vleesvarkens: de enquête bestaat enkel uit vragen omtrent wettelijke verplichtingen. 
Voor de houders van gezelschapsvarkens: de risico-enquête is niet verplicht, maar wel sterk aanbevolen. 

Meer info: omzendbrief FAVV


1Het beslag van een hobbyvarkenshouder kan in Sanitel (DGZ) geregistreerd staan met een capaciteit van maximaal 3 vleesvarkensplaatsen.
2Koninklijk besluit van 1 juli 2014 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor varkens en tot vaststelling van de toelatingsvoorwaarden voor varkensbedrijven
3Koninklijk besluit van 15 mei 2003 betreffende de bescherming van varkens in varkenshouderijen
4 11 mei 2020 - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juni 2014 houdende maatregelen ter voorkoming van aangifteplichtige varkensziekten
Dit antwoord werd door het Varkensloket en de leden van het Praktijkcentrum varkens met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld. Er wordt evenwel geen enkele garantie gegeven omtrent de juistheid of de volledigheid van het antwoord op uw vraag. De gebruiker van dit antwoord ziet af van elke klacht tegen het Varkensloket, de leden van het Praktijkcentrum varkens of zijn medewerkers, van welke aard ook, met betrekking tot het gebruik van het gegeven antwoord. In geen geval zal het Varkensloket, het Praktijkcentrum varkens of zijn medewerkers aansprakelijk gesteld kunnen worden voor eventuele nadelige gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van dit antwoord.
Versie:
4
Onderwerp:
Registratie en identificatie hobbyvarkenshouderij
Datum:
23-09-2022