VARKENSLOKET

Verslag studiedagen demonstratieproject 'Optimaliseren van het houden van intacte beren en immunocastraten'

Tijdens twee studievoormiddagen op 9 en 19 juni 2015 werden de belangrijkste conclusies uit het demonstratieproject ‘Optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten’ bediscussieerd.

Bekijk de presentaties:

Beïnvloedt het vaccinatietijdstip het gedrag, de groeiprestaties en vleeskwaliteit van immunocastraten?

Het tijdstip van de tweede vaccinatie bepaalt in welke mate de karakteristieken van de immunocastraten overeenstemmen met die van bargen (vroege tweede vaccinatie) of beren (late tweede vaccinatie). Een proef op ILVO toonde aan dat vroeg gevaccineerde immunocastraten (6 weken voor slacht – 77 kg) een beter slachtrendement hadden dan laat gevaccineerde immunocastraten (4 weken voor slacht – 87 kg). Het betere slachtrendement was deels te danken aan een lager gewicht van het maagdarmpakket, maar niet aan een verschillend testesgewicht. Vroeg gevaccineerde immunocastraten vertoonden een trend tot verhoogd intramusculair vetgehalte, maar dit gaf volgens het expertenpanel geen duidelijke verschillen in malsheid of sappigheid. Het vaccinatietijdstip beïnvloedde de dagelijkse voederopname, de voederconversie en het vleespercentage niet. Numeriek lag de voederconversie bij vroeg gevaccineerde immunocastraten wel iets hoger en kan er worden verwacht dat dit verschil duidelijker zal zijn naarmate de varkens nog vroeger worden gevaccineerd (bv. 8 weken voor de slacht). Het gedrag tussen vroeg en laat gevaccineerde immunocastraten verschilde evenmin. Er moet wel worden vermeld dat het voorkomen van agressie sowieso sterk kan variëren tussen verschillende hokken. Er kan dus besloten worden dat de toepassing van immunocastratie op 4 of 6 weken voor slacht tot weinig verschillen leidt.

Kunnen we de agressie bij beren beperken door meer voederplaatsen te voorzien?

Intacte beren zijn over het algemeen actiever en agressiever dan bargen, gelten en immunocastraten. Aangezien een deel van de agressie zich voordoet aan de voederbak, werd tijdens een proef op PVL nagegaan in welke mate het voorzien van een extra voederbak met twee voederplaatsen de groeiprestaties en het gedrag van beren en gelten (gehuisvest in aparte hokken) beïnvloedt. Globaal verschilde de voederopname, de groei, de voederconversie en de slachtresultaten van beren en gelten niet in functie van het aantal voederplaatsen (2 of 4). Enkel gedurende de tweede fase groeiden de beren uit de hokken met één voederbak beter en hadden deze bijgevolg een lagere voederconversie. Een verklaring hiervoor is evenwel niet onmiddellijk voorhanden. Het voorzien van extra voederplaatsen beïnvloedde het gedrag van beren en gelten niet. In vergelijking met de gelten zijn de beren wel iets actiever en komt er meer bestijggedrag en anogenitaal snuffelen voor. Uit bovenstaande kan worden besloten dat het voorzien van een extra voederbak in een hok niet noodzakelijk leidt tot betere resultaten. Belangrijk om te vermelden is wel dat de beren/gelten tijdens de proef aan een lagere densiteit werden gehuisvest (0,85 m2) dan wettelijk (0,65 m2) is verplicht, wat gebrek aan verschillen mogelijks kan verklaren.

Tijdens het demonstratieproject werden ook drie demonstratieproeven opgezet:

Is het interessant om schuilmogelijkheden te voorzien bij beren en immunocastraten?

Zeker vanaf de puberteit (20-tal weken) komt er nogal eens ongewenst gedrag voor bij beren en immunocastraten. Schuilmogelijkheden (bv. flappen) in het hok zouden ervoor kunnen zorgen dat de belaagde varkens kunnen ontsnappen aan agressief en seksueel gedrag van agressors. De verwachting is dat door het voorzien van schuilmogelijkheden er minder ongewenst gedrag zou voorkomen, de voederconversie lager en het vleespercentage hoger zal zijn. Voorgaande hypothese kon bij zowel beren als immunocastraten niet worden bevestigd. De slachtgegevens, het gedrag, en het voorkomen van huidbeschadigingen en kreupelheid verschilde niet significant tussen hokken met of zonder flappen.

Heeft het uittoppen een invloed op het gedrag van immunocastraten?

De invloed van het al dan niet uittoppen op het gedrag van immunocastraten werd onderzocht aan de hand van gedragsobservaties op twee praktijkbedrijven. Verwacht werd dat na het uittoppen iets meer actief en agressief gedrag zou voorkomen doordat de hiërarchische rangorde opnieuw bepaald moet worden en er meer ruimte is in het hok. Deze hypothese kon echter niet worden bevestigd: de huid-, staart- en oorscores verschilden niet significant door het uittoppen, evenals de kreupelheidsscores en het voorkomen van ongewenst gedrag.

Moet ik mijn beren en gelten al dan niet in hetzelfde compartiment houden?

In de literatuur wordt soms vermeld dat door beren en gelten te huisvesten in hetzelfde compartiment er meer seksueel en agressief gedrag voorkomt. Een proef op drie praktijkbedrijven toonde aan dat het gedrag van beren, evenals het voorkomen van huidletsels niet duidelijk verschilde wanneer beren en gelten in hetzelfde compartiment werden gehuisvest. Er kwamen evenwel iets meer staart- en oorletsels voor bij beren die afzonderlijk gehuisvest zijn. Beren die met zeugen in hetzelfde compartiment werden gehuisvest, toonden iets meer beergedrag vanaf 20 weken en  waren iets actiever (waaronder eten en drinken).

 

DEMONSTRATIEPROJECT 'OPTIMALISATIE VAN HET HOUDEN VAN INTACTE BEREN EN IMMUNOCASTRATEN'

Met het oog op het stoppen met chirurgische castratie in Europa vanaf 2018, wordt gezocht naar mogelijkheden om het ongewenst gedrag van beren/immunocastraten te beperken. In augustus 2013 start een demonstratieproject rond het afmesten van intacte beren en immunocastraten. Het doel van dit project is de varkenshouders te informeren over haalbare managementaanpassingen. Zodat u, als varkenshouder, deze maatregelen nadien kan toepassen bij de opkweek van intacte beren of immunocastraten.

Bij de start van het project worden omgeschakelde varkenshouders bevraagd over de problemen (vnl. gedrag en management), waarmee ze te kampen kregen bij de omschakeling naar het afmesten van intacte beren of immunocastraten. De invloed op de economische resultaten zal eveneens in kaart worden gebracht. In de tweede fase van het project worden proeven uitgevoerd op praktijk- en proefbedrijven. Op de praktijkbedrijven wordt de invloed van afleidingsmateriaal en schuilmogelijkheden op het gedrag van de dieren en de invloed van afleverstrategie nagegaan. Zo zal het effect van het al dan niet uitladen en het aanpassen van de voederstrategie op het gedrag en de productieresultaten (bv. voederconversie, karkaskwaliteit en vleespercentage) van de dieren worden bekeken. Op de proefbedrijven wordt enerzijds de invloed van het tijdstip van de tweede vaccinatie op het gedrag, de zoötechnische karkasresultaten en vleeskwaliteit nagegaan. Anderzijds wordt gekeken naar de invloed van het aantal voederplaatsen op het agressief gedrag en de zoötechnische prestaties van intacte beren en immunocastraten.

De eindbrochure (pdf) van het demonstratieproject bundelt de beschikbare info over de alternatieven voor chirurgische castratie en de resultaten van de demoproeven die tijdens het project werden uitgevoerd.

Het project liep over twee jaar. De uitvoerders van het demoproject zijn VIVES (KATHO Roeselare), Hogeschool Gent, ILVO DIER, PVL Bocholt, Thomas More Kempen, Boerenbond, Sint-Rembert Torhout en Sint-Isidorus Broederschool Biotechnische Sint-Niklaas.

In het kader van het demoproject werden enkele digitale nieuwsbrieven gepubliceerd worden waarin u op de hoogte werd gehouden van het verloop en de resultaten binnen het project:

  • In de eerste nieuwsbrief (pdf) kunt u kennis maken met de projectinhoud en de demoproeven die zullen worden uitgevoerd op de praktijk- en proefbedrijven.
     
  • De tweede nieuwsbrief (pdf) geeft een overzicht van de resultaten van de diepte-interviews bij varkenshouders die overschakelden naar het houden van intacte beren of immunocastraten. In de interviews werd gepolst naar hun ervaringen bij het omschakelen. Daarnaast geven de geïnterviewde varkenshouders hun visie weer t.o.v. het houden van immunocastraten en intacte beren.
     
  • De derde nieuwsbrief (pdf) geeft een overzicht van de technische resultaten van een praktijkproef met intacte beren, immunocastraten en gelten. De varkens werden gevoederd met meel of korrel.
     
  • De vierde nieuwsbrief (pdf) geeft een overzicht van de resultaten van een demoproef waarbij immunocastraten ofwel 6 weken of 4 weken voor de slacht voor een tweede keer werden gevaccineerd.
     
  • De vijfde nieuwsbrief (pdf) licht de resultaten van een demoproef die focust op de invloed van extra voederplaatsen in het hok op de rust en eetlust bij intacte beren en gelten.
     
  • De  zesde nieuwsbrief (pdf) geeft een overzicht van de resultaten van demoproeven waarbij kleine managementaanpassingen (extra afleidingsmateriaal en schuilmogelijkheden, al dan niet uittoppen bij immunocastraten, al dan niet gescheiden afmesten van bargen en gelten in hetzelfde compartiment) werden doorgevoerd om het houden van intacte beren en immunocastraten te optimaliseren.

De presentatie ‘Demoproject – Optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten’ kwam aan bod tijdens de discussiedagen (januari-februari 2014) die kaderden binnen het project. In de presentatie wordt het reeds uitgevoerde en lopende onderzoek toegelicht en wordt het projectverloop geschetst.

 

Financiering